beoordelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beoordelen    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈʔordelə(n)/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • be·oor·de·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
beoordelen
beoordeelde
beoordeeld
zwak -d volledig

Werkwoord

beoordelen

  1. overgankelijk tot een oordeel komen over iets
    • Dat kan ik echt niet beoordelen. 
     `Heeft het hotel een nieuwe eigenaar?' vroeg ik.
    `Onlangs is Grand Hotel Europa overgegaan in Chinese handen,'zei hij. 'De nieuwe eigenaar heet meneer Wang. Het gaat om een recente ontwikkeling die we op dit moment onmogelijk kunnen beoordelen.
    [1]
     Omdat ze moeite had om haar glimlach te onderdrukken, veinsde ze opperste concentratie tijdens het beoordelen van de verkeerssituaties.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord beoordelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.