berinnen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  berinnen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·rin·nen

Zelfstandig naamwoord

deberinnenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord berin

Gangbaarheid

  • Het woord berinnen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.


Middelnederlands

Zelfstandig naamwoord

berinnen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord berinne
  2. genitief enkelvoud van berinne
  3. datief enkelvoud van berinne
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden tijd voltooid
deelwoord
enkelvoud meervoud
berinnen beran beronnen beronnen
 klasse 3  volledig   
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden tijd voltooid
deelwoord
enkelvoud meervoud
berennen berent
berant
 zwak  volledig   

Werkwoord

berinnen [1]

  1. overgankelijk +accusatief een stad, burcht e.d. bestormen
    • ...tslot Ter Vaez ... ende beronnen, nedergheworpen ende ghewonnen 
  2. overgankelijk bedekken, overdekken
    • Die locht wert met nevel beronnen. 
    • Grote slaghe ende gedichte gaf hi hare ende harde vele, dat hare haer hals ende hare kele met den bloede al was beronnen. 
  3. overgankelijk vervuld worden
    • Hi wort beronnen metter vaert met ontfermenisse te hem waert. 
  4. ergatief bedekt raken
    • Dat hem die lichame ende die lede met bloede beronnen menigvoud. 
Opmerkingen
  • In later tijden wordt het sterke berinnen verdrongen door de zwakke vormen van berennen

Verwijzingen

  1. Middelnederlandsch woordenboek van
    Eelco Verwijs, Jacob Verdam
    Deel 1, 1885 M. Nijhoff
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.