beschermer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beschermer    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈsxɛrmər/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • be·scher·mer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beschermer beschermers
verkleinwoord beschermertje beschermertjes

Zelfstandig naamwoord

debeschermerm

  1. iets of iemand dat iets of iemand anders probeert te behoeden voor nadeel
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord beschermer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.