schijten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schijten    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsxɛɪtə(n)/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /sχɛɪtə(n)/
    • (Vlaanderen, Brabant): /sxɛːtə(n)/
    • (Limburg): /sxɛɪtə(n)/
Woordafbreking
  • schij·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
schijten
scheet
gescheten
klasse 1 volledig

Werkwoord

schijten

  1. inergatief (informeel) zich ontlasten, poepen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Typische woordcombinaties
  • In zijn broek schijten
(In figuurlijke zin) Angstig, bang zijn
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord schijten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.