besvær

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / bəˈsʋæːɾ /
Woordafbreking
  • be·svær
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Duitse zelfstandige naamwoord Beschwer met het voorvoegsel be-
Naar frequentie 12900

Werkwoord

besvær

  1. onvoltooid deelwoord van besvære
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   besvær     besværet     besvær     besværa
besværene  
genitief   besværs     besværets     besværs     besværas
besværenes  

Zelfstandig naamwoord

besvær o

  1. last, moeite, ongerief
Synoniemen
  • bry
  • anstrengelse
  • vanske
Afgeleide begrippen
  • besværlig
Verwante begrippen

Zelfstandig naamwoord

besvær, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van besvær
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.