besværet
Deens
Woordafbreking
- be·svæ·ret
Zelfstandig naamwoord
besværet, o
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van besvær
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / bəˈsʋæːɾət /
Woordafbreking
- be·svæ·ret
Woordherkomst en -opbouw
- Bijvoeglijk gebruik van het voltooid deelwoord van het Noorse werkwoord besvære.
Naar frequentie | 28173 |
---|
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | besværet | ||
o enkelvoud | besværet | |||
meervoud | besværede besværete | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
besværede besværete |
Bijvoeglijk naamwoord
besværet
- belast, geërgerd, hinderd, geïmportuneerd, lastiggevallen, gemolesteerd, geplaagd, gestoord
Schrijfwijzen
Werkwoord
besværet
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
- besværet seg
Zelfstandig naamwoord
besværet, o
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van besvær
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.