beurré

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Werkwoord

beurré

  1. voltooid deelwoord (participe passé) van beurrer, letterlijk: "beboterd"

Bijvoeglijk naamwoord

beurré

  1. (spreektaal) lazarus, stomdronken
    «Quand ils sont arrivés chez moi, mes potes, ils étaient déjà complètement beurrés
    Toen ze bij me aankwamen waren mijn maten al ladderzat. [1]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.