bevind

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bevind    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈvɪnt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • be·vind
enkelvoud meervoud
naamwoord bevind -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetbevindo

  1. naar ~ van zaken: in overeenstemming met de waargenomen loop der dingen
    • Er werd naar bevind van zaken geoordeeld dat hij er niets mee te maken had. 

Werkwoord

vervoeging van
bevinden

bevind

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevinden
    • Ik bevind. 
  2. gebiedende wijs van bevinden
    • Bevind! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevinden
    • Bevind je? 

Gangbaarheid

  • Het woord bevind staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.