bezadigdheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bezadigdheid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·za·digd·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bezadigdheid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debezadigdheidv

  1. kalmte van de geest (die met je jaren komt)
     In het huis heerste nog steeds dezelfde bezadigdheid, dezelfde properheid, dezelfde stilte, de meubels, de muren, de geluiden, de geuren, alles was net als vroeger, en ook de verlegen gezichten waren nog hetzelfde, alleen wat ouder geworden.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord bezadigdheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.