bezetenheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bezetenheid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·ze·ten·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bezetenheid bezetenheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debezetenheidv

  1. religieuze term waarmee wordt bedoeld dat iemand door de duivel of een boze geest (een demon) in bezit zou zijn genomen.
    • De priester wist de man te bevrijden van zijn bezetenheid. 
  2. te sterke betrokkenheid of bedrevenheid
    • De muzikant werkte met grote bezetenheid aan zijn compositie. 

Gangbaarheid

  • Het woord bezetenheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.