bezorging

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bezorging    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·zor·ging
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van bezorgen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord bezorging bezorgingen
verkleinwoord bezorginkje bezorginkjes

Zelfstandig naamwoord

debezorgingv

  1. het op locatie en/of bij iemand brengen (bv aan huis).
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord bezorging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.