biatleet

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  biatleet    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bi·at·leet
enkelvoud meervoud
naamwoord biatleet biatleten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

debiatleetm

  1. (wintersport) deelnemer aan een biatlon
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord biatleet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.