biconcaaf

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  biconcaaf    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bi·con·caaf
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘dubbelhol (van lenzen)’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
  • afgeleid van concaaf met het voorvoegsel bi- [2]
stellend
onverbogen biconcaaf
verbogen biconcave

Bijvoeglijk naamwoord

biconcaaf [3]

  1. dubbelhol
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'biconcaaf' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
32 %van de Nederlanders;
57 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.