bi-

Nederlands

Huidig bestand
33

Uitspraak

Geluid: bi- (hulp, bestand)

Woordafbreking

bi-

Woordherkomst en -opbouw

van het Latijnse 'bi-' (tweemaal, dubbel) ^[1]

Voorvoegsel

bi- ^[2]

ter aanduiding dat het door het tweede lid genoemde twee onderdelen telt of op twee onderdelen betrekking heeft

Hyponiemen

enige woorden met dit voorvoegsel die nog moeten worden aangebracht

bifocaal
bigotiek
bilateraliteit

bilinguaal
bilinguïstisch
bimetallist

bimoleculariteit
binationaal
binominaal

bipolariteit
biseks
bistabiliteit

Verwante begrippen

di-
mono-, uni-, tri-, tetra-, penta-, hexa-, hepta-, octa-, nona-, deca-, undeca-, dodeca-

Gangbaarheid

Het woord 'bi-' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

Latijn

Woordherkomst en -opbouw

Een nevenvorm van bis.

Voorvoegsel

bi-

twee-

Oudhoogduits

Huidig bestand
2

Voorvoegsel

bi-

be-

Afgeleide begrippen

bitumben

Overerving en ontlening

Duits: be-

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.