bid af

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bid af    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bid af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afbidden

bid af

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbidden
    • Ik bid af. 
  2. gebiedende wijs van afbidden
    • Bid af! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbidden
    • Bid je af? 

Gangbaarheid

  • Het woord bid af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.