biesbok

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  biesbok    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbisbɔk/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • bies·bok
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord biesbok biesbokken
verkleinwoord biesbokje biesbokjes

Zelfstandig naamwoord

debiesbokm

  1. (evenhoevigen) blesbok, soort antilope Damaliscus pygargus phillipsi 

Gangbaarheid

  • Het woord 'biesbok' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
24 %van de Nederlanders;
26 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Hans van Maanen
    “Bladgroen” op vanmaanen.org
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.