bigamist

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bigamist    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bi·ga·mist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bigamist bigamisten
verkleinwoord bigamistje bigamistjes

Zelfstandig naamwoord

debigamistm

  1. een persoon die dubbel gehuwd is, (die bigamie pleegt)
    • Het brandmerken of brandtekenen, een straf voor bedelaars, dieven en bigamisten, gold als waarschuwing voor anderen en was niet afkoopbaar. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord bigamist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
82 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.