bijbehoren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bijbehoren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bij·be·ho·ren
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bijbehoren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debijbehorenmv

  1. datgene wat bij iets nodig is
    • Hij reist nu rond met computers en allerhande bijbehoren. 

Gangbaarheid

  • Het woord bijbehoren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.