bijkomen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bijkomen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bij·ko·men
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bijkomen
kwam bij
bijgekomen
klasse 4 volledig

Werkwoord

bijkomen

  1. ergatief het bewustzijn herkrijgen
    • De patiënt kwam weer bij toen de narcose uitgewerkt raakte. 
  2. ergatief er, daar ~: in getal of hoeveelheid toenemen
    • Er is weer twee procent bijgekomen. 
  3. ergatief rusten na een inspannende bezigheid
    • Hij moest wel een week bijkomen na het rennen van de marathon. 
     Ik zal u nu alleen laten om u de gelegenheid te bieden bij te komen van uw reis en u te verschonen.[1]
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bijkomen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 17
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.