bijna-monoloog

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bijna-monoloog    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bij·na-·mo·no·loog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bijna-monoloog bijna-monologen
verkleinwoord bijna-monoloogje bijna-monoloogjes

Zelfstandig naamwoord

debijna-monoloogm

  1. (communicatie) 'gesprek' waarbij slechts één persoon overwegend aan het woord is

Gangbaarheid

  • Het woord bijna-monoloog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.