bijvoeglijk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bijvoeglijk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bij·voeg·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen bijvoeglijkbijvoeglijkerbijvoeglijkst
verbogen bijvoeglijkebijvoeglijkerebijvoeglijkste
partitief bijvoeglijksbijvoeglijkers-

Bijvoeglijk naamwoord

bijvoeglijk [1]

  1. (taalkunde) nader bepalend
Afgeleide begrippen
  • bijvoeglijkheid
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord bijvoeglijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.