bingewatcher

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bingewatcher    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • binge·wat·cher
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord bingewatcher bingewatchers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debingewatcherm

  1. (media) iemand die veel afleveringen van een serie achter elkaar bekijkt
     Freriks was nog niet klaar. ,,Ik vraag dat aan jou”, vervolgde hij onbeschaamd, ,,want je bent een bingewatcher. Je houdt ervan om series te bingen. En dus vraag ik mij dan af: ‘Is daarmee je seksuele leven, laten we zeggen...”[1]
Synoniemen
  • comakijker, marathonkijker

Gangbaarheid

  • Het woord bingewatcher staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Dennis Jansen
    “Maarten ‘Goedele’ van Rossem: ‘Mensen vergeten seks te hebben’” (22-12-2021), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.