bishop

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  bishop (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbɪʃəp/
enkelvoud meervoud
bishop bishops

Zelfstandig naamwoord

bishop

  1. (religie) (beroep) bisschop
  2. (schaak) loper
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.