bitsheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bitsheid    (hulp, bestand)
  • IPA: /bɪtsɦɛit/
Woordafbreking
  • bits·heid
Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van bits met het achtervoegsel -heid.
enkelvoud meervoud
naamwoord bitsheid bitsheden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

debitsheidv

  1. het bits zijn of zo overkomen
    • De bitsheid van die vrouw irriteert veel mensen. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord bitsheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
84 %van de Nederlanders;
78 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.