blåstrupe

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˡbloːˈstɾʉːpə/
Woordafbreking
  • blå·stru·pe
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van blå en strupe.

Zelfstandig naamwoord

blåstrupe m

  1. (zangvogels) blauwborst
Verbuiging
m enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   blåstrupe     blåstrupen     blåstruper     blåstrupene  
genitief   blåstrupes     blåstrupens     blåstrupers     blåstrupenes  
Synoniemen

(taxonomisch) Luscinia svecica 

Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˡbloːˈstɾʉːpə/
Woordafbreking
  • blå·stru·pe
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van blå en strupe.
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   blåstrupe     blåstrupen     blåstrupar     blåstrupane  

Zelfstandig naamwoord

blåstrupe m

  1. (zangvogels) blauwborst
Synoniemen

(taxonomisch) Luscinia svecica 

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.