blak

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  blak    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • blak
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen blakblakkerblakst
verbogen blakkeblakkereblakste
partitief blaksblakkers-

Bijvoeglijk naamwoord

blak

  1. zonder rimpels of golven (water)
    • Zwaar sloegen de pijlstaarten met hun plat schollige lijven over het blakke water, ...[3] 
  2. open, effen (landschap)
    • Hij opende de schuurpoort en zag hoe de maan teruggerezen was over het blakke land.[4] 
  3. blakend, sterk schijnend
    • Hij liep te zweten in de blakke zon. 
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • ten blakke komen
voor de dag komen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord blak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
17 %van de Nederlanders;
23 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

  1. blak op website: Etymologiebank.nl
  2. blak op website: Etymologiebank.nl
  3. Panharing-visschen G. Simons
    blz. 220 Groot Nederland, Volume 1
    Uitgeverij Van Holkema & Warendorf, 1904
  4. blz 369. Verzameld werk, vol 1
    Filip de Pillecyn
    Boekengilde De Clauwaert 1959
  5. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.