blauwglanzend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  blauwglanzend    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈblɑuɣlɑnzənt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • blauw·glan·zend
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen blauwglanzendblauwglanzenderblauwglanzendst
verbogen blauwglanzendeblauwglanzendereblauwglanzendste
partitief blauwglanzendsblauwglanzenders-

Bijvoeglijk naamwoord

blauwglanzend

  1. glimmend met een blauwe kleur
     De plafondverlichting was verschrikkelijk, tot overmaat van ramp versterkt met een blauwglanzende tl-buis boven de deur.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord blauwglanzend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.