blauwogig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  blauwogig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • blauw·ogig
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstellende afleiding van blauw en oog met het achtervoegsel -ig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen blauwogigblauwogigerblauwogigst
verbogen blauwogigeblauwogigereblauwogigste
partitief blauwogigsblauwogigers-

Bijvoeglijk naamwoord

blauwogig

  1. met blauwe ogen
    • Een blauwogige, platinablonde schoonheid won de missverkiezing. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord blauwogig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
85 %van de Nederlanders;
73 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.