aanstaan

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanstaan    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈanstan/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·staan
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanstaan
stond aan
aangestaan
klasse 6 volledig

Werkwoord

aanstaan

  1. onovergankelijk in de smaak vallen, een positieve indruk maken
    • De plannen van de regering staan mij niet aan. 
  2. onovergankelijk, onpersoonlijk een beetje openstaan
    • Kun je de deur aan laten staan, want ik heb de sleutel niet bij me. 
  3. onovergankelijk, onpersoonlijk (van apparaten e.d.) in werking zijn, ingeschakeld zijn
    • Er was brand ontstaan in het flatgebouw, want de oude man had het gas aan laten staan. 
     'Het geluid mag uit, maar ik laat het beeld liever aanstaan.[1]
Verwante begrippen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aanstaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. “De schreeuw van het lam” (1994), Luitingh-Sijthoff , ISBN 902451990X
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.