blimbing

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  blimbing    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈblɪmbɪŋ/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • blim·bing
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord blimbing blimbings
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deblimbingm

  1. (plantkunde) soort boom die in de tropen groeit Averrhoa bilimbi 
  2. (voeding) vrucht van de gelijknamige boom
Synoniemen
  • zure blimbing
Afgeleide begrippen
  • zoete blimbing

Gangbaarheid

  • Het woord blimbing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
3 %van de Nederlanders;
10 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.