bloeder

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bloeder    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bloe·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bloeder bloeders
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

debloederm

  1. (medisch) iemand die lijdt aan bloederziekte
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord bloeder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
57 %van de Nederlanders;
53 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.