boekdrukker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boekdrukker    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • boek·druk·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boekdrukker boekdrukkers
verkleinwoord boekdrukkertje boekdrukkertjes

Zelfstandig naamwoord

deboekdrukkerm

  1. (beroep) iemand die boeken etc. drukt gewoonlijk drukker genaamd
Afgeleide begrippen
  • boekdrukkersgereedschap
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord boekdrukker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.