bohème

Niet te verwarren met: Bohême

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bohème    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bo·hè·me
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Frans
enkelvoud meervoud
naamwoord bohème
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debohèmev/m

  1. iemand die als artiest zich niet houdt aan de kleinburgerlijke normen en waarden
    • Het boek van Janssen verschijnt deze maand. ,,Mondriaan wordt vaak geportretteerd als een rationele, ascetische man. Een monnik die zich opsloot in zijn atelier. Maar wie de historische feiten op een rij zet, komt op het tegendeel uit. De kunstenaar beleefde zijn bloeiperiode in Parijs, genoot bekendheid in New York en spendeerde geld en tijd in het gezelschap van de artistieke bohème, aan uitgaan en aan vrouwen", zo geeft de auteur al een voorproefje. [1] 
    • Via hem belandt Buruma in kringen van de Japanse bohème, die niet onderdoet voor het Parijse fin-de-siècle. Zijn leven als gaijin (westerling) heeft veel weg van een toneelstuk, schrijft hij. [2] 

Gangbaarheid

  • Het woord bohème staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
81 %van de Nederlanders;
82 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.