bohemer

Niet te verwarren met: Bohemer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bohemer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bo·he·mer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bohemer bohemers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debohemerm

  1. iemand zonder vaste woon- of verblijfplaats; iemand met een ongeregelde levenswijze
  2. Bombycilla garrulus  Boheemse gaai of pestvogel
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord bohemer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
58 %van de Nederlanders;
73 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.