boiler

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boiler    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • boi·ler
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘warmwaterreservoir’ voor het eerst aangetroffen in 1938 [1]
  • van het Engels [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord boiler boilers
verkleinwoord boilertje boilertjes

Zelfstandig naamwoord

deboilerm

  1. toestel voor warmwatervoorziening met een reservoir
    • Een boiler kan veel warm water ineens leveren voor bijvoorbeeld het vullen van een bad. 
Synoniemen
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord boiler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.