bokkig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bokkig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bok·kig
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van bok met het achtervoegsel -ig [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen bokkigbokkigerbokkigst
verbogen bokkigebokkigerebokkigste
partitief bokkigsbokkigers-

Bijvoeglijk naamwoord

bokkig [2]

  1. onhandelbaar, onwillig, tegendraads, tegenstrevend, dwars, eigenwijs, recalcitrant
  2. bronstig
Afgeleide begrippen
  • bokkigheid
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bokkig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.