bollebof

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bollebof    (hulp, bestand)
  • IPA: /bɔləˈbɔf/
Woordafbreking
  • bol·le·bof
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bollebof bollebofs
bolleboffen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debollebofv/m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) baas
  2. (Jiddisch-Hebreeuws) commissaris van politie

Gangbaarheid

  • Het woord bollebof staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
30 %van de Nederlanders;
12 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. bollebof op website: Etymologiebank.nl
  2. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.