bombardeur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bombardeur    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bom·bar·deur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bombardeur bombardeurs
verkleinwoord bombardeurtje bombardeurtjes

Zelfstandig naamwoord

bombardeur

  1. (militair) (luchtvaart) bommenwerper (vliegtuig)
  2. (militair) (beroep) bemanningslid van een bommenwerper

Gangbaarheid

  • Het woord 'bombardeur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.