-eur
| Niet te verwarren met: EUR |
Nederlands
| Huidig bestand |
|---|
| 136 |
Uitspraak
- Geluid: -eur (hulp, bestand)
- IPA: / ˈør / (1 lettergreep)
Woordafbreking
- -eur
Woordherkomst en -opbouw
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | -eur | -euren -eurs |
| verkleinwoord | -eurtje | -eurtjes |
Achtervoegsel
-eur m met een werkwoord als grondwoord van:
- persoon die de genoemde handeling verricht
- instrument of ander middel waarmee de in het grondwoord genoemde handeling wordt verricht
Verwante begrippen
Hyponiemen
|
Anagrammen
- EUR, reu
Gangbaarheid
- Het woord '-eur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
Frans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
- -eur
Woordherkomst en -opbouw
- Van het Latijnse achtervoegsel -or.
Achtervoegsel
-eur m met een werkwoord als grondwoord van
- de persoon die de genoemde handeling verricht (b.v. profiteur) of
- instrument of ander middel waarmee de in het grondwoord genoemde handeling wordt verricht: mitrailleur
Verwante begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.