boomgorzen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boomgorzen    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • boom·gor·zen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boomgorzen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deboomgorzenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord boomgors
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (zangvogels) een geslacht Compsospiza  Compsospiza was een geslacht van zangvogels uit de familie Thraupidae  (tangaren). De twee soorten van dit geslacht, de tucumanboomgors en de cochabambaboomgors, zijn overgeheveld naar het geslacht Poospiza 
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'boomgorzen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.