boomhuttenbouwer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boomhuttenbouwer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • boom·hut·ten·bou·wer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boomhuttenbouwer boomhuttenbouwers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deboomhuttenbouwerm

  1. (beroep) iemand die boomhutten bouwt
    • De boomhuttenbouwer zorgt ervoordat de boomhut bij een storm goed blijft zitten. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'boomhuttenbouwer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.