boomkangoeroes

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boomkangoeroes    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbomkɑŋɣəˌrus/ (4 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈbom.kɑn.χəˌrus/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈbom.kɑn.ɣəˌrus/
Woordafbreking
  • boom·kan·goe·roes
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boomkangoeroes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deboomkangoeroesmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord boomkangoeroe
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (buideldieren) Dendrolagus  een geslacht van voornamelijk in bomen levende kangoeroes. Boomkangoeroes leven voornamelijk in de tropische regenwouden van Nieuw-Guinea, Noord-Queensland (Australië) en nabijgelegen eilanden
Hyperoniemen
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord boomkangoeroes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.