boomschaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boomschaar    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbomsxar/ (2 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈbom.sχar/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈbom.sxar/
Woordafbreking
  • boom·schaar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boomschaar boomscharen
verkleinwoord boomschaartje boomschaartjes

Zelfstandig naamwoord

deboomschaarv/m

  1. een snoeischaar om bomen mee bij te knippen
    • Ik denk niet dat het met dit snoeischaartje gaat lukken, heb je misschien een boomschaar? 

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord boomschaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.