bootcamp

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bootcamp    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • boot·camp
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord bootcamp bootcamps
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debootcampm

  1. zeer intensieve training of arbeid in groepsverband
     Volgens de LSVb zoeken daarom steeds meer studenten hulp bij externe scriptiebegeleiders. Zoals een bootcamp, een relatief nieuwe vorm. Dat is een week lang hard werken en voor honderden euro's een scriptie schrijven onder toezicht.[2]
     "Daarnaast hebben we StreetPro Jobs. Daar geven we jongeren een bootcamp van drie weken, waarna ze aan de slag gaan bij een van onze sponsoren."[3]
  2. (militair) spierversterkende trainingsmethode in groepsverband in de buitenlucht

Gangbaarheid

  • Het woord bootcamp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. bootcamp op website: Etymologiebank.nl
  2. Weblink bron “Studenten trekken vaker aan de bel over hun scriptie” (22-08-2016), NOS
  3. Weblink bron “Davids vindt begeleiden jeugd belangrijker dan hoofdtrainer worden” (10-11-2016), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.