bootpostbode
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bootpostbode (hulp, bestand)
Woordafbreking
- boot·post·bo·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bootpostbode | bootpostboden bootpostbodes |
verkleinwoord | bootpostbodetje | bootpostbodetjes |
Zelfstandig naamwoord
de bootpostbode m
- (beroep) iemand die post bezorgd in waterrijke gebieden
- In februari 2020 stopt de bootpostbode met de bezorging van post in de Biesbosch.
Verwante begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.