borging

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  borging    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bor·ging
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van borgen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord borging borgingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deborgingv

  1. (werktuigbouwkunde) het borgen
Hyponiemen
  • kwaliteitsborging

Gangbaarheid

  • Het woord borging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
86 %van de Nederlanders;
54 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.