bosoehoe

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bosoehoe    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • bos·oe·hoe
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bosoehoe bosoehoes
verkleinwoord bosoehoetje bosoehoetjes

Zelfstandig naamwoord

debosoehoem

  1. (uilen) Bubo nipalensis  een oehoe uit de familie Strigidae . Deze soort komt voor in zuidelijk India en Sri Lanka, van de Himalaya tot Zuidoost-Azië en telt 2 ondersoorten
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'bosoehoe' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.