botox

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  botox    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bo·tox
enkelvoud meervoud
naamwoord botox -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

debotoxv/m

  1. (medisch) neurotoxisch gif dat wordt ingespoten om bepaalde gezichtsspieren te verlammen en zo rimpels minder zichtbaar te maken
     In Europa krijgen we slechts voorbeelden van uitgesproken extreme Amerikanen te zien, alleen maar uitingen van contrasten. Ze zijn ofwel supermooi met botox en nepborsten, of enorm dik en luidruchtig.[1]

Werkwoord

vervoeging van
botoxen

botox

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van botoxen
    • Ik botox. 
  2. gebiedende wijs van botoxen
    • Botox! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van botoxen
    • Botox je? 

Gangbaarheid

  • Het woord botox staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.