bottelier

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bottelier    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bot·te·lier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bottelier botteliers
verkleinwoord botteliertje botteliertjes

Zelfstandig naamwoord

debottelierm

  1. (beroep) iemand die wijn in flessen doet
Hyponiemen
  • scheepsbottelier
Afgeleide begrippen
  • bottelierschap, botteliersmaat
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bottelier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
88 %van de Nederlanders;
76 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.