brada

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  brada    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bra·da
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Sarantongo
enkelvoud meervoud
naamwoord brada brada's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debradam

  1. mannelijk persoon waarmee je een gemeenschappelijke ouder hebt
  2. mannelijke vriend
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord brada staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.